WoOn onderzoek: Huurders betalen groter deel van inkomen aan wonen dan kopers-en dat verschil groeit

Het WoOn onderzoek is uitgekomen. Dit is een uitgebreid landelijk onderzoek dat elke 3 jaar door het CBS en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uitgevoerd onder ruim 47 duizend Nederlanders. Het geeft onder meer inzicht in de woonsituatie, tevredenheid, verhuiswensen en woonlasten van huishoudens.

Een paar interessante feiten:

  • Huurders in de particuliere sector zijn het meest kwijt aan wonen. De woonquote (het percentage van het inkomen dat aan woonlasten besteed wordt) is hier 41,8%. Voor huurders bij een corporatie is dit 33,8% en voor kopers 23,4%.
  • De woonquote is hoger voor mensen met een laag inkomen. In de laagste inkomensgroep bedroegen de woonlasten, zowel voor eigenaren als huurders, gemiddeld 45 procent van het inkomen.
    In de hoogste inkomensgroep lagen de woonlasten ruim twee keer zo hoog, maar vormden deze lasten maar 18 procent van het besteedbare inkomen.
  • De verschillen tussen huurders in de vrije sector en in de sociale huursector worden groter. Dit komt vooral doordat de huren in de vrije sector explosief stijgen.
  • Huurders betaalden in 2021 gemiddeld 723 euro aan maandelijkse woonlasten, in lopende prijzen een stijging van ruim 11 procent ten opzichte van 2015. De kale huur bedroeg in 2021 gemiddeld 652 euro, ruim 20 procent meer dan in 2015. Deze toename werd nauwelijks gecompenseerd door een verhoging van de huurtoeslag. De hoogte van de bijkomende woonlasten nam wel af ten opzichte van 2015.

Cijfers van vóór de forse energieprijsstijgingen

  • Ondanks dat de huren flink stegen, is de woonquote iets gedaald voor iedereen. Dat komt doordat de bijkomende woonuitgaven, die bestaan uit lokale belastingen en energielasten, tussen 2018 en 2020 iets gedaald zijn. Maar de gegevens waarmee het onderzoek is gedaan, dateren van vóór de forse energieprijsstijgingen van de afgelopen maanden. De Woonbond waarschuwt daarom dat de woonquote bij veel hurende huishoudens helemaal niet gedaald zal zijn.
  • Het aantal jongeren dat een huurwoning van meer dan € 1.000 huurt is schrikbarend toegenomen: van een kleine 38.000 in 2018 naar 97.000 in 2021.
  • In 3 jaar tijd is het aantal corporatiewoningen met een EFG-label afgenomen van 15% naar 10%. Van de corporatiewoningen heeft 74% label A, B of Dat was in 2015 nog 58%.
    Bij corporatiewoningen nam het aandeel huurders dat aangeeft last te hebben van vocht en/of schimmel in huis af van 28% in 2018 naar 24% in 2021. Bij private huurwoningen is een vergelijkbare verbetering te zien (van 27% naar 23%). De badkamer is de plek in huis waar schimmel het vaakst voorkomt, gevolgd door de slaapkamer en woonkamer. Bij de helft van de woningen met schimmel zijn volgens de bewoners ventilatieproblemen (mede) de oorzaak. Doorslaand vocht van de muren/gevel is bij 31% een oorzaak van de schimmel.
  • Kopers zijn meer tevreden over hun woning dan huurders. Van de huishoudens in een koopwoning was bijna 95 procent (zeer) tevreden met de woning. De huurders zijn met ruim 72 procent minder vaak tevreden.

Grafieken van het CBS

Woon-onderzoek

Meer lezen?

Lees het Woon-onderzoek, op de pagina van de Rijksoverheid

Lees het bericht van het CBS over de uitkomsten van het onderzoek

Lees het bericht van de Woonbond over de uitkomsten van het onderzoek


Bekijk ook onze andere nieuwsberichten